Het is het meest afgelegen land ter aarde: Nieuw-Zeeland. Een vorm en grootte vergelijkbaar met Italië, maar dan verdeeld in twee grote eilanden. Nummer één reden om het land te bezoeken? Nieuw-Zeeland is één en al natuur. Bergen, vulkanen, uitgestrekte vlaktes en regenwouden. De Nieuw-Zeelandse cultuur is Europees en Maori tegelijk, en je kunt er lekker golfen, rugbyen en cricket spelen. Ook bungeejumpen en zorbing – in zo’n plastic bal een heuvel afrollen – zijn er populair. Het is het land van hobbits, kiwi’s en Lorde, en jij kunt er naartoe!

Nieuw-Zeeland’s grootste steden liggen voornamelijk op het Noordereiland. Auckland, de dichtstbevolkte stad van het land, is groen en ligt prachtig aan het water. Hier woont 1/3e van de Nieuw-Zeelandse bevolking. Hamilton is kleiner, en een echte rivierenstad! Wellington, de hoofdstad, ligt helemaal in het zuiden van het Noordereiland: een goede uitvalsbasis tussen de bergen, en de cultureelste stad van het land. Dan is er ook nog Christchurch, op het Zuidereiland, vernoemd naar dé universiteit in Oxford. Het lijkt ook wel een beetje op Engeland, als oudste land van Nieuw-Zeeland. Genoeg keuzes dus!

En het eten? Als eilandengroep ben je natuurlijk een ster in het bereiden van vis: in Nieuw-Zeeland eet men vooral producten uit zee. Aan schapen hebben ze ook geen tekort. Toetjes? Pavlova met fruit! Als Kiwi kom je wel aan je trekken!